Aart Admiraal

Van Wikibrónne

Admiraal (Aart), geb. te Goedereede 13 Oct. 1833, werd opgeleid voor onderwijzer, doch ging vooral om gezondheidsredenen in 1860 bij de telegraphie over. Sinds 1869 was hij directeur te 's-Gravenzande, later te Schoonhoven, waar hij overl. 12 Nov. 1878.

Met zijn naam verschenen: Een schoofje distels, Arnh. 1874; Een ander schoofje, 's-Gravenh. 1876; Freia, schetsen en beelden, Arnh. 1875; Dr. A. Kuijper is geen vertegenw. van het Nederl. volk, Schoonh. 1875; Een badreis (Lippspringe), Schoonh. 1877; Zondagsviering (in Stemmen over Staatk. en Maatsch. vraagst.) Culemb. 1877; Krisje de Gier, 's-Gravenh. 1878; Oudheden, Schoonh. 1878; Verbranden of begraven (uit zijn nagelaten papieren) 's-Gravenh. 1880. Naamloos gaf hij uit: Ideeën over Multatuli, Dordr. 1862; Hoe hij koning werd, Dordr. 1863, 2 dln; De vijand der Maatschappij, Schied. 1866, 2 dln. Met het psd. Aramaldi verschenen: Algem. zendbrief aan mijn medeleeraars in Ned., Amst. 1864 en tal van artikelen in De Dageraad, 1856-'65. Als Bato van der Maas (ook B.v.d.M.) gaf hij: Het kransje te Wemelingen en Eene vraag, Delft 1866; De godsdienst des volks, Rott. 1869; De laatste Hollandsche minnezanger, Amst. 1869. Als Paulus schreef hij een vijftigtal brieven aan het jonge Nederland (Ned Spectator 1872 volgg.) terwijl hij eindelijk tal van bijdragen, zoo met zijn naam als onder de psd. B.v.d.M., Een oud-onderwijzer, Jb. van der Zande, leverde in Ned. Spect., Vaderl. Letteroef., Tijdspiegel, Los en Vast, Gids, Omnibus, Nederland, Eigen Haard, enz. ‘Het veerhuis aan de Lek’, werd in 1876 bij den prijskamp Tony Bergman bekroond; hij deed echter afstand van die onderscheiding, daar hij die novelle reeds in Eigen Haard had doen drukken.